Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

Zonneboilers.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen 1980/2015;
zonneboilers;
zelfbouw;



 

Algemeen:


1891:
bron:   12 Ambachten - jaargang 3

zonneboilers 1891

1980:

zonneboilers 1980

mei 2015:
bron:   Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Het is opvallend dat de zonneboiler bij veel ontwikkelaars uit de gratie is geraakt. Nadat dit systeem zo’n 25 jaar in opmars is geweest, lijkt het in de zeer energiezuinige nieuwbouw op z’n retour.
Dat heeft te maken met twee factoren. Een zonneboiler vormt een goede combinatie met een cv-ketel. In een woning zonder gasaansluiting vervalt die optie. De tweede factor is de dalende prijs van zonnepanelen en, daaraan gekoppeld, de strijd om het dakvlak.

Opmerking: In de begintijd van de zonneboiler was er een strijd tussen kleinere ramen in de gevel of het plaatsen van een zonneboiler om aan de toenmalige energienormen te voldoen. De zonneboiler won toen de strijd en de grote ramen, de zwakste schakel van het isolatieverhaal, zijn gebleven.
klik hier om naar boven te gaan



 
zonneboilers

Zonneboilers:

Een zonneboiler-systeem is een voorverwarmer voor het verwarmen van tapwater, welke bestaat uit een zonne-collector en op opslagvat.
Indien nodig kan het tapwater daarna verder worden verwarmd middels een naverwarmer.
zie extra   de volgende systemen zijn mogelijk c.q. zijn in het verleden toegepast.

bron onderstaande tekst:  Algemeen (zonneboilers 1980)

Oriëntatie en hellingshoek zonnecollector:
De collector is het hart van de zonneboiler. De hele verdere installatie is hierop aangepast. Bedacht dient echter te worden dat bij het ontwerpen van zonneboilersystemen wordt uitgegaan van een bepaalde opbrengst over een bepaalde periode die voor elk ontwerp anders kan liggen.

De hoogste opbrengst van een zonneboiler krijgt men (zoals reeds beschreven bij zonnepanelen) als het systeem op het zuiden is gericht. Toelaatbaar is een orientatie van zuidoost tot zuidwest. Bij plaatsing met de orientatie op het oosten, westen of noorden neemt de jaaropbrengst af.
zie   het onderwerp "Lokatie, orientatie en hellingshoek, schaduw en dakgrootte"van het onderdeel "Zonnepanelen".

Let op!
De panelen van een zonneboiler zijn plaatsgevoeliger dan die van een zonnepaneel. Bij zonnepanelen heb je alleen te maken met een omvormer, welke in principe overal te plaatsen is. Bij een zonneboiler heb je te maken met een buffervat (= boiler) voor het op te warmen water en een eventuele naverwarming.

Zonnecollector:
Het meest kenmerkende onderdeel van een zonneboiler is de collector waarmee de zonnestraling wordt opgevangen.
De opvallende zonstraling verwarmt de absorbtieplaat van de collector, welke op zijn beurt de die warmte weer afgeeft aan de vloeistof die langs de plaat wordt geleid, om vervolgens in een voorraadvat (boiler) te worden opgeslagen.
De inbouw van een collector op het dak geschiedt op dezelfde wijze als bij een dakraam, alleen loopt hier het dakvlak door.
(Opbouw in plaats van inbouw is natuurlijk ook mogelijk.)

zonneboilers

Het benodigde collectoroppervlak in m² wordt gevonden door de inhoud van het voorraadvat in liters te delen door 40 tot 50, afhankelijk van het rendement van de collector.

Voorraadvat:
De inhoud van het voorraadvat dient ongeveer 1 tot 1,5 maal zo groot te zijn als het dagelijks tapwatergebruik.
Bij een te kleine inhoud loopt de nuttige opbrengst van de zonneboiler terug, doordat het temperatuurverschil tussen de vloeistof in de collector en het water in het voorraadvat snel geringer wordt. Hoe groter dit temperatuursverschil is, des te groter de nuttige warmteafgifte van de collector.
Bij een grotere inhoud wordt de totale nuttige opbrengst nauwelijks groter, doch kan beschikt worden over een grotere hoeveelheid voorverwarmend water van een lagere temperatuur.

Naverwarmer:
Op een onbewolkte zomerdag kan een collector met voldoende oppervlak de genoeg warmte leveren voor het benodigde tapwater. In een andere periode van het jaar wordt het tapwater echter niet voldoende warm en moet het dus worden naverwarmd.
Hiervoor wordt meestal de ketel van de CV-installatie gebruikt, tenzij deze hiervoor niet geschikt is.

Waterzijdige installatie.
Om het warmteverlies zo laag mogelijk te houden dienen de leidingen tussen de zonneboiler, de naverwarmer en het meest gebruikte tappunt zo kort mogelijk te zijn. Bij voorkeur korter dan 3 meter en liefst niet langer dan 10 meter. Daarnaast zullen de warmwaterleidingen vanaf naverwarmer tot aan zonneboiler moeten worden geisoleerd met isolatiemateriaal, welke bestendig is tegen kortstondige temperaturen van ca 100°C.
klik hier om naar boven te gaan


 
zonneboilers
 

 

 

 

 

 

Zelfbouw:


Zie brochures en beschrijvingen van onderstaande organisaties uit eind jaren 70.
 

 
Organisatie voor duurzame energie (O.D.E.) Amsterdam

De kleine aarde, Boxtel (brochure 11)
 

 

 

 


Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 31-05-2016

 

 
klik hier om naar boven te gaan


 

 

 extra informatie behorende bij:
Zonneboilers:
klik hier om naar boven te gaan

De volgende systemen zijn mogelijk c.q. zijn in het verleden toegepast:

bron:  zonne-energiesystemen (zie algemeen 1980)

zonneboilers
zonneboilers
zonneboilers

 

 

 

 


 

Eco-Nok zonneboilers:
Bij dit type zonneboiler is de collector en het opslagvat geïntegreerd in de nok, t.p.v. de nokvorst.
Door plaatsing in de nok van het dak is de Eco-Nok niet alleen onafhankelijk van de oriëntatierichting, maar ook vrijwel onzichtbaar en daarmee esthetisch zeer fraai weggewerkt.
De Inventum Eco-Nok is verkrijgbaar in modules met een waterinhoud van 26 liter. Een gebruikelijk aantal van 3, 4 of 5 modules heeft daarmee een volume van 78, 104 resp. 130 liter. Voor een gezin van vier personen is 130 liter ruimschoots toereikend. Voor kleinere gezinnen en/of beperkte plaatsingsruimte kan volstaan worden met minder inhoud.

Voor verdere gegevens zie productblad Inventum
(http://www.passiefhuismarkt.nl/custom/page_content/17.pdf)
 

klik hier om naar boven te gaan